Patch Object

2016.10.10 update 2016.11.11

Stel dat je een patch in een project gaat gebruiken.  Wat moet je ervan weten?

Patch Object

Hoe werkt het?

  • Selecteer het gebied waar je de Patch gaat maken;
  • Ga naar Document > Document Extras > Create Patch;
  • Selecteer Patch en open het:  Shift + Ctrl + O / Cmd + Opt + O;
  • 2D symbol:  Consolideer lijnen en fills;
  • Verwerk de Patch verder naar wens;
  • Sluit alle vensters en sla het op.

Sleutelbegrippen:

  • GDL objecten

Voorwaarden:

  • sinds AC 15 gelijk
    [ik weet niet zeker of dit geldt voor eerdere versies]




STAP VOOR STAP

Een Patch is eigenlijk een GDL object oftewel een Library Object.  Je zult in het Object de bewerkingen moeten doen.  Het Object-zijn is de kracht van Patches.  Want als er meer instanties geplaatst zijn kun je ze allemaal in één keer aanpassen.

Ik gebruik ze niet vaak maar soms zijn ze reuze handig en vooral een snelle oplossing.  Op internet vind je een aantal artikelen over Patches.  Ik was op zoek naar de indeling van de lagen van de Patch, maar op internet was dáár niets over te vinden. Ik vond het uiteindelijk in de Patch zelf.  Onderweg heb ik een aantal handigheden geleerd, welke misschien ook nuttig voor jullie kunnen zijn.

Vóór je een Patch gaat maken:

  • Stel een pensetting in waarvan de kleuren goed zichtbaar zijn, doe dit ook bij het openen, want tijdens het bewerken kun je de pensettings niet aanpassen.
  • Als je in een renovatieproject werkt, zet dan de renovation palette aan, en zorg dat de juiste setting voor het [volgende] element aanstaat.  Anders kan het gebeuren dat je de Patch niet ziet of dat hij niet wordt geplaatst [maar wel aangemaakt!].

Maak je patch.  Markeer het gebied waar je de Patch wilt en ga naar
Document > Document Extras > Create Patch.

Open het geselecteerde Patch Object via
File > Libraries and Objects > Open Object ….
of met de shortcut  Shift + Ctrl + O / Cmd + Opt + O

Laten we even naar de onderdelen van het GDL Object bekijken:

Het subtype is Patch.

patch - GDL1

De Parameters hebben een aantal mogelijkheden.  Je kunt de achtergrond uitzetten.  Indien je van plan bent er een Marker van te maken, dan is het aan te raden om de lettergrootte aan te passen;, de tekst is namelijk erg groot.  Dit geldt ook voor het gebruik van de voetnoot.

patch - GDL2

Het 2D script wordt door ArchiCAD automatisch aangemaakt.  Hier kun je lezen wat de inhoud van de lagen is.  Laag 1 bevat de achtergrondarcering [echter de kleur is (-1) Window background] en laag 2 de rand, je kunt beide aan- en uitzetten [zie de vorige afbeelding].

patch - GDL 3

In 2D Symbol wordt de tekening naar wens bewerkt.

patch - GDL 4

Je kunt de tekening met beperkte tools bewerken:  Arrow, Marquee, Text, Fill, Line, Arc/Circle, Spline en Hotspot.  Je kunt echter géén groepen maken.

Een paar tips voor het bewerken van de tekening:

  • Maak een kopie van de elementen ernaast, just in case.
    consolidation 1
  • Zet laag 1 en 2 uit. Ctr + L / Cmd + L werkt hetzelfde.
  • Consolideer de lijnen en arceringen:
    • Edit > Reshape > Linework Consolidation…
    • Edit > Reshape > Fill Consolidation…

    Ik kom hier nog even terug op het advies van lagen uitzetten.  De reden is dat als je dat niet doet je het risico loopt dat bij het consolideren lijnen verdwijnen of dat de achtergrondarcering anders wordt.  Misschien is dat niet de bedoeling. Ik zag dit de eerste keer dat ik zelf consolidation probeerde.

    consolidation 2  consolidation 3

  • Houd bij het tekenen rekening met
    • de laag waarin objecten zich bevinden; we weten inmiddels wat de inhoud van de lagen is;
    • de categorie van de lijnen en de categorie van de arceringen waarmee je tekent.
      categories
  • Plaats Hotspots op plekken waar je denkt dat deze nodig zullen zijn, bijvoorbeeld voor de maatvoering.
  • Vergeet niet de kopie ook weer te verwijderen.

 

PATCH EN RENOVATION STATUS

Een patch is niet zoals elk Library Object.  De Renovation Status kun je niet in de Object Selection Settings - zoals bij andere library parts - achteraf aanpassen.

Je kunt hem wel in de Renovation palette veranderen, zelfs als er in de palette niets staat aangegeven.  Als je hem van status verandert wordt het in het object wel bewaard.

Maar het heeft geen invloed op het object als geheel. De weergave is afhankelijk van de status van elke afzonderlijke lijn, fill, enz. waar de patch mee is getekend. Vergeet niet een Renovation Status aan de fill in laag 1 te geven. Je zult deze als “undefined” aantreffen. Dit is vooral belangrijk als de patch alleen in één Renovation Filter zichtbaar is.

CONCLUSIES

Met een paar extra tips kom je sneller verder. Maar vergeet niet…

  • consequent en systematisch te werken
  • even stil te staan bij de vraag of dit ook voor jou de betere weg is….

 

 



ACHTERGRONDINFORMATIE

Informatie over patches:

 

Andere mogelijkheden om wandverbindingen op te lossen:



DOWNLOAD

Patch Object update 11.11.2016

Index   |   Naar boven

Geen opmerkingen:

Een reactie posten